Vogelvrij
Ganzen vliegen in een ´V´
Zwanen sierlijk, trouw getwee
Meeuwen zweven in een grote schare
Het roodborstje gewoon alleen
Da’s een hele rare
Mussen vliegen voor de lol
Getjilp, gekwetter…….. horenddol
Duiven cirkelen in een dichte groep
Laat het regenen, duivenpoep
Uilen houden overdag de wacht
Jagen doen zij in de duis´tre nacht
De frater groet in snelle vlucht
Het dobb´rend nonnetje, met diepe zucht
De koekoek vliegt van oost naar west
Legt z'n ei in andervogels nest
Merels vliegen kwetterend rond
Doen zo van hun broedsheid kond
Zwaluwen plukken in staccatovlucht
Hun natje, droogje uit de lucht
Spreeuwen vliegen onwijs snel
En in d´onwijsheid ook ontzettend fel
En kippen, kippen vliegen niet
Zij fladderen, tot hun eigen diep verdriet
Ze scheren met hun veren kont
Maar enk´le centimeters over de schrale grond
Zo fladdert, zweeft of scheert de vogel
Ieder op zijn of haar manier
De één als krant, de ander als een kogel
Maar vliegen doen zij allen, met het allergrootst plezier