Dromedeel...... of kameeliaris Een dromedarisman Vraagt een kamelenvrouw Wil je met me trouwen En een beetje van me houwen ’’Och, waarom niet’’, antwoordt vrouw kameel spontaan Laten we snel naar het stadhuis gaan In bezit van hun fel begeerde boterbrief Hebben ze elkander hevig lief Twee jonkies worden geboren Eén met liefst vier bulten De ander met vier oren De dromedarisman en de kamelenvrouw Zijn buitengewoon voldaan Dát hebben ze effe goed gedaan ! Maar och, die kleine koters Die zijn toch echt niet blij Met die bultige ouders en hun fel gevrij Nu zijn ze nóch kameel nóch dromedaris En moeten door het leven als dromedeel...... of kameeliaris